Auteur: Ludo Joosen

Wereldcentrum van diamanthandel

Zowat elke diamant passeert tijdens zijn leven wel eens in de Antwerpse diamantwijk. In de 19de eeuw hebben joden de diamanthandel (terug) naar Antwerpen gebracht. Meestal reisden ze per trein heen en weer tussen Antwerpen en Amsterdam. Dan is het ook maar normaal dat de diamantwijk zich vlak bij het Centraal Station ontwikkelde.

Portuguese synagogue
Portugese synagoog © Vlaamse Gemeenschap

Een gedeelte van de diamantwijk is afgesloten voor verkeer, maar als voetganger kan je hier vrij rondlopen. Pas op echter: Big Brother houdt je constant in het hoog. De concentratie aan cctv camera’s hier is ongemeen hoog.

De juwelierszaken kan je bezoeken, maar de diamantbeurzen zijn enkel toegankelijk voor professionele, of in het kader van een gegidste toer. Vrijwel alle gebouwen in de Hoveniersstraat, Rijfstraat enz. dateren van de periode na WO II. Alle zijn gericht op efficiency en veiligheid.

De Portugese Synagoog

Het enige artistiek interessante gebouw in de wijk is de sefardische synagoog. Deze synagoog, Antwerpenaars hebben het nogal makkelijk over de Portugese synagoog, is gebouwd in 1913. Ze is vernield in WOII, heropgebouwd, was het slachtoffer van een terroristische aanslag in het begin van de jaren 80 en opnieuw opgebouwd.

De naam Portugese synagoog komt voor van het feit dat de sefardische joden afkomstig zijn uit Spanje en Portugal. De katholieke koningen van eind 15de eeuw verdreven hen uit Spanje. Velen kwamen in Antwerpen terecht, maar toen Antwerpen opnieuw onder het gezag van de intolerante Filips II viel, vluchtten velen naar Amsterdam.

De synagoog is een mooi voorbeeld van neo-romaanse bouwkunst. Het staat een beetje verloren, verdrukt tussen alle moderne architecturale brutaliteit er omheen, maar dat draagt net bij tot zijn charme.

MAS: Museum aan de Stroom

Het Mas Gebouw

Tussen de oudste dokken van de Antwerpse haven in staat een opvallend gebouw, opgetrokken in een felrode steen: het MAS. De collecties van meer dan drie afzonderlijke musea zijn in samengebracht om het verhaal te vertellen van de stad en zijn haven.

Elke verdieping vertelt een deeltje van dit fascinerende verhaal. Verdieping 2 laat je een blik werpen achter de werking van een museum. Hier staat een deeltje van het depot opgesteld: een verzameling objecten die (nog) niet getoond worden maar op reserve staan. Op verdieping 3 vinden wisselende tentoonstellingen plaats.

De permanente tentoonstelling

Verdiepingen 4 tot 8 bevatten min of meer permanente tentoonstellingen. In die zin dat het thema dat ze behandelen grotendeels hetzelfde blijft. Verdieping 4 gaat over macht, rijkdom, prestige en zijn symbolen. Verdieping 5 heet Antwerpen à la Carte en vertelt hoe steden de taak op zich nemen om massa’s mensen van het nodige voedsel te voorzien. Verdieping 6 is aan de haven gewijd. Verdieping 7 aan de dood en het hiernamaals en hoe de verschillende geloofsgemeenschappen in de staat daarmee omgaan. Op verdieping 8 vindt u een ontzettend rijke collectie pre-Colombiaanse kunst uit Zuid-Amerika.

Another view of the MAS
Een andere blik op het MAS

Op de 9de verdieping kan u terecht voor een heerlijk maal in ’t Zilte, een tweesterrenrestaurant geleid door Vikki Geunes en vanop de 10de verdieping heeft u een prachtig onbelemmerd uitzicht over de stad en zijn haven.

Verdiepingen 2 en 10 kan u gratis bezoeken, voor de andere verdiepingen geldt een inkomprijs.

De tentoonstellingen hebben alle een gelijke opbouw. Eerst is er een korte introductie (video, sfeergeluiden, …) op het thema. Daarna komt u in de tentoonstellingsruimte terecht. Daarna volgt een apart gedeelte waar u terecht kan voor extra informatie, een interactief spelletje, …

Een aparte attractie vormt de trappenhal. Terwijl je van verdieping 1 opklimt naar verdieping 10 passeer je een reeks foto’s die op hun beurt een verhaal van de stad vertellen. Nu (voorjaar 2017) is het thema ‘Koekenstad’. Dat was de bijnaam die mensen van het platteland gaven aan Antwerpen omdat die stad zo rijk was aan koekjesfabrieken, snoepgoedfabrieken, chocoladefabrieken en dies meer. Ongeveer tweemaal per jaar wisselt de fototentoonstelling.

Meer weten? http://www.mas.be/nl

 

Rockoxhuis: nog een staaltje van weelde uit de Gouden Eeuw

2 Comments
View of the Rockoxhuis
Portrait of Nicholas Rockox
Portret van Nicholaas Rockox

Het gebouw waar ooit burgemeester Nicholaas Rockox woonde is nu een museum.

In het begin van de 17de eeuw kocht Rockox twee huizen in de Keizerstraat en hij liet ze samenvoegen tot één riant woonhuis rond een binnenplaats. Uiteraard heeft het gebouw in de loop der jaren wat veranderingen ondergaan. Zo heeft het in het begin van de 18de eeuw een compleet nieuwe voorgevel gekregen. Vandaar de inscriptie 1702 bovenaan de gevel: 1702.

Op het einde van de 19de eeuw trok hier een antiekzaak in en elke kamer in het huis werd ingericht volgens een andere historische periode. Nog later trok er een kunstkring in die een museum wou uitbouwen, maar die activiteiten kwamen nooit echt van de grond. Behalve een: de kelder die gebruikt werd als dancing. Omdat de universiteit hier slechts een steenworp verwijderd is, spreekt het voor zich dat heel wat studentenverenigingen hier hun TD lieten doorgaan. Maar het huis ging zienderogen achteruit tot uiteindelijk de Kredietbank zich ermee ging bemoeien.

Een bank brengt redding

De Kredietbank wilde twee vliegen doden met een klap.

Zij wilden hier een museum creëren dat het huis zou herstellen tot wat het in de tijd van Rockox mogelijk geweest zou zijn. Rockox was een fervent verzamelaar en Rubens was een persoonlijke vriend. Hier hingen dus heel wat werken van Rubens en diens tijdgenoten. Maar ook oudere schilders waren van de partijd. De collectie van Rockox is nu verspreid over de hele wereld en dus moest op zoek gegaan worden naar een nieuwe collectie om er de muren mee te versieren.

View of the Rockoxhuis
View of the Rockoxhuis

Kredietbank wilde in Antwerpen ook een plaats waar gasten ontvangen konden worden en waar personeel getraind kon worden. Daarom kochten ze niet altijd het huis van Rockox, maar ook de belendende woning van schilder Snijders.

Het museum heeft een permanente collectie, maar zolang het museum voor Schone Kunsten in restauratie is worden hier thematische tentoonstellingen georganiseerd, waarbij uit de collectie van het museum gepuurd kan worden. Tot 2 juli loopt een tentoonstelling met landschappen uit de Nederlanden. Het landschap als genre is hier in de Nederlanden in de 16de en 17de eeuw ten volle tot groei gekomen. De schilderijen die getoond worden komen niet alleen uit het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten, maar ook uit de Staatliche Kunstsammlungen Dresden.

Meer over het museum: https://www.rockoxhuis.be/nl/

Meer over de tentoonstelling: https://www.rockoxhuis.be/nl/10-nl/expo-nu

 

Van Straelentoren: hoe hoger hoe rijker

The Van Straelen Tower
De Van Straelentoren (Source: erf-goed.be)

In buurt van Hof van Liere en St-Jacob vind je een prachtvoorbeeld van een ‘pagadder’ toren. De toren maakte deel uit van de woning van burgemeester Gilbert Van Straelen in de 16de eeuw. Je vindt de toren in de Korte St-Annastraat aan het einde van het Frans Halsplein.

Het woord pagadder komt van het Spaanse pagador of betaalmeester. Antwerpenaars gebruiken het woord nog steeds om er een kleine jongen mee aan te duiden. Misschien is dat omdat de Spaanse betaalmeesters (soldaten wiens taak erin bestond de andere soldaten hun soldij uit te betalen) kleiner en minder fors waren dan hun strijdvaardiger collega’s.

Het verhaal gaat dat deze jongens in de toren moesten zitten en Dmoesten uitkijken voor schepen die de Schelde kwamen opvaren. Zodra zij een bepaald zagen, moesten zij hun baas daarvan verwittigen.

Dat zou het bestaan van de pagaddertorens moeten verklaren. Het moge duidelijk wezen dat dat een fabel is. Van hieruit is het gewoon onmogelijk om ook maar het kleinste stukje Schelde te zien.

Italiaanse invloed

Deze stadstorens ontstonden in de 16de eeuw. Ze zijn gebaseerd op Italiaanse voorbeelden. Het is dan ook geen wonder dat ze juist in die periode ontstonden. Veel kunstenaars uit het Noorden gingen toen naar Italië om er de nieuwe kunst en technieken aan te leren. Toen ze terugkwamen brachten ze niet alleen schetsen mee van antiek beeldhouwwerk en moderne schilderijen, maar ook zichten van de plaatsen die ze bezocht hadden, met daarop o.m. dergelijke torens.

Van Straelen Tower seen from the inside
Zicht vanaf de binnenkant (Source: inventaris.onroerenderfgoed.be)

Al snel begonnen de belangrijke families en de kooplieden torens te bouwen, de ene al hoger dan de andere. De toren van Van Straelen moet een van de grootste en de mooiste geweest zijn, al kunnen we daar nooit zekerheid over verkrijgen: van de meer dan 40 torens die de stad ooit sierden blijven er vandaag amper een handvol over.

En toch waren ze functioneel

Sluwe kooplieden denken niet alleen aan prestige, toch niet de hele tijd. Daar zijn de torens ook een mooi voorbeeld van. Binnenin de torens kon een trap gebouwd worden die de verdiepingen met elkaar verbond. Op die manier werd ruimte uitgespaard in de kamers zelf.

Vandaag wordt het Hotel Van Straelen, ook de Groote Robijn genoemd, gebruikt door Emmaus, een sociale organisatie die jongeren die in een moeilijke thuissituatie leven helpt en ondersteunt.

Wat een intro!

Wil je snel een goede indruk krijgen van sommige van de mooie attracties die Antwerpen voor jullie in petto heeft, breng dan eens een bezoekje aan  https://app.nimia.com/video/6528/i-love-antwerp-antwarpe-39kzien-a-zoe-geire-tjoez-, geniet van de video en maak je dan snel klaar om ook van het echte Antwerpen te komen genieten.

Wat krijg je zoal te zien? Centraal Station, Groenplaats, Kathedraal, de skyline van op Linkeroever, de passage door de voetgangerstunnel, … Alle foto’s zijn genomen in de zomer van 2012. En nog wat leuks: terwijl je kijkt kan je kennismaken met het lokale dialect zoals het gezongen wordt door de Strangers. Het lied dat je hoort is stilaan uitgegroeid tot het (onofficiële) Antwerpse volkslied.

De Meir: van een moeras naar een winkelparadijs

Meir Shopping Street
Source: Alles over Antwerpen

Vandaag is de Meir het shopping hart van Antwerpen. Millioenen bezoekers passeren hier elk jaar. Elke week bezoeken ongeveer 300.000 mensen de Meir, dus wees gerust: je zal je er zelden alleen voelen.

De meeste gebouwen die je ziet dateren van de 20ste eeuw. Twee opmerkelijke uitzonderingen in het midden van de Meir, beide werk van Jan-Pieter van Baurscheidt, de top-architect van de 18de eeuw. Hij bouwde het Osterriethhuis (momenteel in restauratie) en het zgn. Koninklijk Paleis, beide voor de familie van Susteren in het midden van de 18de eeuw.

Verder naar het oosten zijn er nog opvallende gebouwen. Bijv. de voormalige Tilquin winkel (nu een vestiging van Massimo Dutti): een prachtvoorbeeld van art-deco. Dit is een verhaal op zich. En hetzelfde geldt voor de Stadsfeestzaal daar tegenover en de huidige Innovation, vroeger de Grands Magasins Tietz.

Meir = moeras

Hand sculpture
Source: meir-antwerpen.be

De naam Meir is verwant met het woord moeras. Het westelijke deel van de Meir lag lager dan de plaatsen errond, dus liep het water daar naartoe. Tot de 12de eeuw lag de Meir westelijk van de stadsmuren, maar toen de stad in de 13de eeuw begon te groeien werd het water gekanaliseerd en begonnen rijkere mensen zich langs de Meir te vestigen. Onder hen een familie van wandtapijtverkopers: Pijpelinckx. Een kleinzoon van hen wordt de grote barokmeester P.P. Rubens.

Het kanaal werd overwelfd en de stad groeide verder naar het oosten. In de 19de eeuw besloot het stadsbestuur de oude Spaanse Wallen af te breken. Op dat moment besloten ze ook om een nieuwe gala-laan aan te leggen om bezoekers te verwelkomen. HEt eerste deel daarvan is de Leysstraat, het tweede de Meir, die flink verbreed werd. Tot in de late jaren 80 van de vorige eeuw stond de Meir vol verkeer. Na de pre-metrowerken werd de Meir een voetgangerszone. Met succes, getuige de 300.000 bezoekers elke week.

Hof van Liere: voorbeeld van weelde

Tussen 1515 en 1520 liet Arnold van Liere, burgemeester van de stad, een patriciërswoning bouwen op nieuw ontwikkelde gronden ten oosten van de stad. Er wordt gezegd dat een van de vele gasten van van Liere niemand minder dan de jonge prins Karel was, die later Keizer Karel V zou worden. Vandaar dat velen nog spreken van het Prinsenhof en vandaar de naam van de straat waaran het complex grenst. Een andere bezoeker was de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer. In zijn dagboek schrijft hij dat hij nergens anders een huis zag dat zo mooi was en zo rijk. Een van de architecten van het complex was dan ook niemand minder dan Domien De Waghemaekere, een van de top architecten van de periode.

Verschillende functies voor Hof van Liere

Hof Van Liere – First Inner Court

Na de dood van van Liere kocht de stad het gebouw voor de Engelse Natie. Via een gang was het complex verbonden met de wolstapelplaatsen in de Venusstraat. Na de Spaanse Fury van 1576 begonnen de Engelse handelaars weg te trekken en in 1583 kwam het Engels Huis leeg te staan.

In 1601 wilden Albrecht en Isabella wanted to install the house as their residence. This was refused by the magistrate. They preferred to hand over the complex to the jesuits. They wanted to use it to house their college that had grown too big at Conscienceplein.

In 1713 the jesuit order was abolished. In the Austrian period the buildings were used as a military academy. The French used it to house a military hospital in it. Afterwards the building started to be neglected and got the nature of a ruin.

Re-enter the jesuits

Library in City Campus UA
Source: Vlaamse Erfgoedbibliotheek

In the first half of the 20th century the jesuits took possession of the neglected buildings. They started a series of restaurations and renovations to make the building fit for their Higher Commercial School “Sint-Ignatius”. In the ’60s this highschool was transformed in a university. UFSIA (Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius), which later fused with the other Antwerp university center (RUCA, run by the government) to eventually form the University of Antwerp.

Nowadays Hof van Liere houses the City Campus of UA. In recent years a completely new library has successfully been incorporated the historical buildings.

The website of UA: https://www.uantwerpen.be/en/

Centraal Station: 19de eeuwse pracht

Een klein stationnetje als de start…

Vroeger kwamen bezoekers Antwerpen binnen langs de rivier, maar in de tweede helft van de 19de eeuw veranderde dat plots. Een nieuwe transportmiddel ontwikkelde zich bliksemsnel: de spoorweg. België was het allereerste land op het vasteland om een spoorwegnetwerk uit te bouwen. De eerste verbinding werd geopend in 1835. Zij vervoerde passagiers en goederen van Brussel naar Mechelen. Een jaar later al was het spoor verlengd tot in Antwerpen en werd het eerste station gebouwd.

Een klein, houten gebouw dat stond min of meer op de plaats waar de Carnotstraat en het Astridplein bij elkaar komen, vormde het eerste station. Dat stond aanvankelijk in een desolate buurt, volledig buiten de stad die nog altijd binnen de Spaanse Vesten gewrongen zat. Dat verklaart ook waarom de Zoo in dezelfde buurt gekomen is: de grond was er nog goedkoop.

An old postcard showing Central Station
Een oude postkaart met het Centraal Station (Bron: architectura.be)

Van in het midden van de 19de eeuw begon de havenactiviteit weer te floreren en trok de stad duizenden arbeiders aan uit het platteland. Natuurlijk moesten die arbeiders ook gehuisvest worden en binnen de muren was er geen ruimte meer beschikbaar.

Dat gebeurde o.m. ook in de omgeving van de spoorweg. Dat maakte dat, toen men op het einde van de eeuw het spoor naar het noorden wilde doortrekken, dit onmogelijk bleek.

van een spoorwegkathedraal

Inner view of Central Station
Binnenzicht van het Centraal Station (Bron: expedia.be)

Toch kwam er een nieuw station op initiatief van koning Leopold II, die wel wat had met grote projecten. Hij is o.m. de man die het middeleeuwse Brugge liet ‘restaureren’ eind 19de eeuw. Het nieuwe station moest prestigieus worden en bezoekers uit de hele wereld van de eerste blik overweldigen.

Architect de la Canserie creëerde een gebouw dat zich baseert op antieke voorbeelden, zoals het Pantheon, voegde er stijlelementen uit renaissance, barok en classicisme aan toe gebruik makend van nieuwe materialen en technieken en maakte er meteen een toonzaal van van alle verschillende stenen die in België gedolven werden.

In recente polls is het Antwerpse Centraal Station vaak terecht gekomen bij de top als het erom ging het mooiste station ter wereld te benoemen. Spring er dus zeker eens binnen nu het in zijn oude glans en glorie hersteld is.

Conscienceplein: het begin van een nieuwe tijd (2)

De bibliotheek

Donderdag beëindigde ik mijn bericht met de gebouwen aan de westkant van het Conscienceplein: de sodaliteiten. Toen de paus de jezuïetenorde afschafte in 1773 werden al hun gebouwen aan het plein, en alles wat er in zat, publiek verkocht. De gebouwen van de sodaliteit kregen verschillende functies. Zo werden ze atelier, winkel, opslagruimte, dancing, café (er staat nog een aankondiging van een brouwer op de gevel aan de zijkant). In 1879 kocht de Stad de gebouwen aan om er de Stadsbibliotheek in onder te brengen.

map Conscienceplein
Map Conscienceplein (source Googlemaps)

Feitelijk waren het er twee: een bibliotheek van oude, waardevolle boeken en manuscripten, en een bibliotheek waar gewone boeken in ondergebracht waren die uitgeleend konden worden. Dat verklaart waarom op het einde van de 19de eeuw een beeld van Hendrik Conscience geplaatst is in de nis van de sodaliteit. Op dat moment was Hendrik Conscience de belangrijkste figuur in de Vlaamse literatuur. Zijn populariteit in Vlaanderen kan je vergelijken met de populariteit van Victor Hugo in Frankrijk.

Van 1622 totdat de Franse revolutionairen het vernietigden stond in dezelfde nis een beeltenis van de Heilige Maagd.

De inkom van de bibliotheek bevindt zich nu aan de Korte Nieuwstraat. Geleide wandelingen vinden geregeld plaats en de 19de eeuwse ‘Nottebohmzaal’ is een bezoekje overwaard. Deze bezoeken beginnen aan de groene deur in de zuid-west hoek van het plein. [http://www.consciencebibliotheek.be/nl]

De kerk

Tegenover de sodaliteiten bevindt zich de vroegere jezuïetenkerk, toegewijd aan Carolus Borromeüs. Algemeen wordt gesteld dat Rubens een belangrijk aandeel heeft gehad in de decoratie op de voorgevel en dat hij ook meegewerkt heeft aan de klokkentoren, die zich aan de achterkant aan de Sint-Kathelijnevest bevindt.

De kerk is duidelijk in de typische jezuïetenstijl gebouwd en bevat heel wat verwijzingen naar de Il Gesù kerk in Rome. De kerk in detail beschrijven zou ons hier te ver leiden. Daar kom ik later wel eens op terug.

Het plein

Young people at the iceblock blockades.
Jongeren bij de ijsblokblokkade. (Bron: Mhka).

In de jaren 60 was dit plein de plaats waar een artistieke rel onstond, die snel door heel wat jongeren in de stad gevolgd werd, om Koning Auto een halte toe te roepen. Met enorme ijsblokken werd de toegang tot het plein onmogelijk gemaakt voor auto’s. Muzikanten, kunstenaars, dansers en gewone voetgangers namen het plein in. De opstand was een succes en niet alleen het plein, maar ook de belendende straten vormde de eerste autovrije zone in Antwerpen. Voor begrafenissen en trouwpartijen kunnen auto’s natuurlijk nog altijd het plein oprijden.

Kort video fragment

Conscienceplein: begin van een nieuwe tijd (1)

The Conscienceplein, situated in front of the Carolus-Borromeüs church, is an interesting place to visit in more than one way. It is an early example of urbanism, has some very interesting examples of baroque architecture and in the latter part of the previous century it became the very first pedestrians only zone in town.

Early Urbanism

A simulation of Antwerp around 1200
A simulation of Antwerp around 1200 seen from the west

Around 1200 the city was surrounded by a series of canals that started in the south with Suikerrui which ran into Kaasrui, then continued to Wijngaardbrug all the way to Koepoortbrug and eventually ended in Koolkaai which ran into the river.

By the 17th century the city had grown and now was defended by a huge wall that ran in a semicircle around town. The present day ‘boulevard’ (Italiëlei, Frankrijklei, Britselei, Amerikalei) is built on the remains of this defensive wall. That meant that the town no longer needed the old ruien-system for defensive reasons. People had been using them as sewers, so they must have stunk very badly when the weather was hot. Therefore the authorities encouraged owners to cover the canal bordering their property. Sometimes the land was given for free.

In come the Jesuits

When you come from City Hall or the cathedral, you enter Conscienceplein from the west. Take a look at the smaller houses on your left (north side). At one time the whole square was full of houses like these. When the jesuits returned to Antwerp in the early 17th century, about half of the population had fled the town and the Spanish authorities. Most of them had gone to Amsterdam, Haarlem and other Dutch cities and taken their trade with them.

A view of the jesuits' lodgings and the sodalities on Conscienceplein
A view of the jesuits’ lodgings (left) and the sodalities (right)

Anyway, many older houses stood empty and the jesuits decided to create their stronghold on Conscienceplein. Unlike other religious orders jesuits do not live in cloisters or abbeys. They lived together in a house like the one you see on the south side of the square. In this part of the buildings the jesuits also opened a college where they trained young men in the classic languages.

Underneath these buildings on the south side of Conscienceplein, the old ‘rui’ still flew, turning to the north to pass underneath the church and flow into what is now the Minderbroedersrui.

The building on the west side housed two ‘sodalities’. These were congregations of lay men (the single ones on the second floor, the married ones on the first floor) devoted to the service of the Holy Mother.

Rubens was a member of the sodality on the first floor, Van Dyck took part on the second floor. Both made nice paintings and decorations for their sodality, but unfortunately the Austrians took them at the moment the jesuit order was abolished in 1773. We must now travel to Vienna to get a glimpse of these works.

To be continued

To make your visit to this website as smooth as possible we use cookies. The cookies are used for statistical reasons and do not store any personal data. If you do not wish to use cookies. You can indicate this by clicking on the No button.