Een levendige buurt met veel cafeetjes en restaurants vind je aan de Dageraadplaats, het hart van Zurenborg. Toeristen kennen het nog niet zo goed, maar de lokale bevolking komt hier graag en vaak. In de buurt leven mensen met heel verschillende afkomsten en gewoonten, en die verscheidenheid vertaalt zich ook inde bars en restaurants rond het pleintje.
Het plein kan je makkelijk bereiken, tram 11 stopt aan het plein, maar slechts enkele stappen verwijderd is de Cogels-Osylei, een kwartier dat ontwikkeld werd in de periode van de Art Nouveau en de Jugenstil. Gelukkig zijn zowat alle huizen in deze straat en de zijstraten ernaartoe, gespaard gebleven. Al heeft het weinig gescheeld of de hele buurt was in de jaren ’60 tegen de vlakte gegaan. De buurt biedt een niet te missen aanzicht, maar binnenkort vertel ik er meer over.
De beroemdste Antwerpenaar uit de geschiedenis is ongetwijfeld Peter Paul Rubens, de meester van de barok.
Geen betere plaats dan Antwerpen om zijn werk te komen (her)ontdekken.
Bekijk zijn standbeeld, opgericht om de 200ste verjaardag van zijn overlijden te herdenken in 1840. Het standbeeld pronkt in het midden van de Groenplaats, een van de drukste pleinen in de stad en een populair afspraakpunt voor mensen die samen een avondje in de stad willen doorbrengen of een wandeling maken door het historische centrum.
Achter het standbeeld kan je toren bewonderen van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Ga er zeker eens binnen, er hangen niet minder dan 4 schilderijen van de meester, en daarnaast nog een heleboel andere werken van bekende meesters.
Dichtbij, palend aan de Meir, op een plein dat Wapper heet, vind je het huis van de meester, waar zich nu een museum bevindt volledig gewijd aan de meester en zijn werk.
Iets meer dan 100 meter daarvandaan, aan de Sint-Jacobsmarkt, vind je de Sint-Jacobskerk waar Rubens begraven ligt. De grafkapel van de familie Rubens is versierd met een schilderij dat Rubens zelf geslecteerd heeft voor deze plek.
Wat je zekr niet mag missen is de prachtige Carolus Borromeuskerk, de voormalige jezuïetenkerk aan het Conscienceplein. Jammer dat de plafondschilderingen die Rubens voor deze kerk gemaakt heeft verloren zijn gegaan in een brand, maar er zijn heel duidelijke aanwijzingen dat Rubens zijn stempel gedrukt heeft op het ontwerp van de voorgevel en de toren van dit meesterwerk uit de barokke kerkarchitectuur.
Niet ver hiervandaan is de oude dominicanenkerk, de Sint-Paulus, vlak bij het Schipperskwartier. Ook hier vind je werk van Rubens en zijn tijdgenoten.
Natuurlijk vind je ook in de Antwerpse musea veel werken van Rubens: het Museum voor Schone Kunsten (tot 2019 gesloten voor grondige restauraties en verbouwingen), het Museum Plantijn-Moretus (Christoffel Plantijn was een nauwe vriend van Rubens), het Rockoxhuis aan de Keizerstraat, vroeger bewoond door nog zo’n goede vriend van de schilder.
Antwerpen heeft een levendig nachtleven met o.m. twee zeer populaire disdo’s in het gebied ten noorden van de oude stad.
Midden in de prostitutiewijk, het Schipperskwartier, vind je ‘Café d’Anvers’. Vroeger bevond zich in dit pand aan de Verversrui cinema Ritz. De arme mensen uit de buurt gingen in de winter vaak de hele namiddag in de cinema zitten, om het even wat er speelde: het was er warm en goedkoper dan in huis zelf te moeten stoken in hun kleine appartementjes. Nu komen elk weekend chique jongelui afgezakt om hier de bloemetjes eens flink buiten te zetten.
Een beetje verder in de Lange Schipperskapelstraat bevindt zich “Red and Blue”. Deze disco was het trefpunt voor de Vlaamse holebi’s. Vanaf midden januari 2017 verandert de naam in “Cargo Club”, want de club gaat zich minder exclusief op holebi’s richten. Af en toe zullen nog speciale holebi-evenementen georganiseerd worden onder het oude “Red and Blue” logo.
Als je Antwerpen bezoekt in 2017 word je ongetwijfeld geconfronteerd met wegenis- en andere werken. Die zorgen geregeld voor verkeersproblemen, maar na regen komt zonneschijn.
Zo’n straaltje zonneschijn is het feit dat de wegeniswerken aan de Opera en op Antwerpen Zuid ons een heleboel gaan leren over de geschiedenis van de stad, en niet alleen dat: stukken van de stadsgeschiedenis die eeuwen lang aan het oog onttrokken zijn gebleven, worden opnieuw zichtbaar gemaakt. Nog maar eens een reden om Antwerpen te bezoeken.
De Antwerpse Opera is gebouwd langs een stadsring die het tracé volgt van een 16de eeuwse enorme verdedigingsmuur. Onlangs koos Rough Guide Antwerpen uit als stad #5 om in 2017. In de 16de eeuw schreef Guicciardini, een Italiaans voorloper van Michelin en Rough Guide, dat alle Europeanen naar Antwerpen moesten reizen om er die verdedigingsmuur te komen bewonderen. In Antwerpen noemt men die muur meestal de Spaanse Vesten, omdat de Nederlanden tijdens de aanleg van die verdedigingsmuur deel uitmaakten van het rijk van Karel V en zijn zoon Filips II.
In de 19de eeuw had die muur geen militaire functie meer, integendeel hij vormde een belangrijke hinderpaal voor de ontwikkeling van de stad die uit haar (Spaanse) voegen barstte dank zij de onlangs opnieuw opgestarte havenactiviteit, dus werden de muren afgebroken. Gelukkig zijn ze slechts tot net onder het maaiveld afgebroken: de funderingen bleven intact en archeologische werkzaamheden leggen nu die impressionante werken bloot.
Gisteren, 5 jan 17, kondigden het stadsbestuur en het Vlaams Gewest aan dat Antwerpen de eerste ‘smart city’ wordt in Vlaanderen. In samenwerking met IMEC, een samenwerkingsverband van IT-afdelingen van Vlaamse universiteiten, zal Antwerpen intelligent sensoren plaatsen in honderden objecten: afvalbakken, riolen, bestelwagens, verkeerslichten…
Sensoren in afvalbakken kunnen de ophaaldiensten waarschuwen als het tijd wordt op de bakken leeg te maken. Sensoren in de riolen kunnen de kwaliteit van het regenwater meten, wat heel wat informatie oplevert over de kwaliteit van het leefmilieu in het algemeen. Sensoren in bestelwagens kunnen de luchtkwaliteit in de verschillende delen van de stad meten en sensoren gecombineerd met stoplichten kunnen de verkeerstroom optimaal aansturen, voorrang regelen voor openbaar vervoer enz…
Alle data die zo verzameld worden kunnen helpen om de stad op een meer efficiënte manier te organiseren en vermits het om een open systeem gaat kunnen derden de data gebruiken om er hun eigen apps rond te bouwen.
Antwerpen wordt de eerste Europese stad die over zo’n intelligent systeem beschikt. Na de projectfase zal het systeem mettertijd uitgerold worden in alle Vlaamse steden, zegt Vlaams Minister van Innovatie Philippe Muyters.
In België worden films vertoond in de originele versie en ondertiteld voor het lokale publiek, dus voor, bij uitstek Engelstaligen, is er geen enkele reden om op zaterdagavond geen filmpje mee te pikken.
Antwerpen is altijd met film verbonden geweest. Al in 1896 werden er filmpjes vertoond voor een nieuwsgierig publike, amper enkele maanden na de wereldpremière bij de Gebroeders Lumière in Parijs. In 1908 al had Antwerpen echte bioscopen en in de periode onmiddellijk voor en onmiddellijk na WO II waren er in de stad meer dan 100 cinema’s. Maar toen kwam de televisie, cinema viel uit de smaak en in 1973 ging de grote cinemamogul van Antwerpen, George Heylen, failliet.
Gelukkig kwam de multiplex in de plaats en Antwerpen heeft nu twee grote bioscoopcomplexen: een in de Stationsbuurt (historisch gezien de plaats waar de belangrijkste cinema’s ingeplant waren) uitgebaat door UGC, het ander ten noorden van de stad langs de Noorderlaan, op de oude terreinen van de eerste GMC-fabriek, uitgebaat door Kinepolis. Beide bieden een gevarieerd programma met meestal Engelstalige films.
Voor onafhankelijke producties moet je naar Cartoon’s in de Kaasstraat, vlak bij de Scheldekaaien.
One of the key figures in the history of Antwerp is Christophe Plantin. He was a French bookbinder who decided to come to the booming town of his day, Antwerp, and try his luck there around 1548. There’s a story that tells that one night, while he was delivering books to a client, he was attacked, robbed and stabbed in the shoulder. The injury made that he couldn’t practice his job as a bookbinder anymore, so he chose a new profession and became a printer.
He could have made a worse decision. His printshop was a huge success, he set up printshops in Paris and Leiden, and became friends with the important people of his days like e.g. Rubens. After his death the shop was taken over by his son in law Johan Moerentorf, who, as was custom in those days had changed his name into Moretus. The Moretus family kept on printing for almost three centuries, but eventually new technologies took over and the family left the building and all its contents to the city on condition that it be turned into a museum.
The museum not only gives one a unique insight into the history of printing, but it is also a lively showcase of how people used to live in the sixteenth century. Some of the printing presses are still in working order, and if you book it in advance, the visit to the museum can be completed with a real printing workshop in which you will print your own document on a replica of the ancient presses.
Recently the exposition has been completely renewed, and should you pass the museum, which is situated at Vrijdagmarkt, but run out of time and be unable to visit it, feel free to take a look at the inner garden.
To make your visit to this website as smooth as possible we use cookies. The cookies are used for statistical reasons and do not store any personal data. If you do not wish to use cookies. You can indicate this by clicking on the No button.