Categorie: Monumenten

Wat een intro!

Wil je snel een goede indruk krijgen van sommige van de mooie attracties die Antwerpen voor jullie in petto heeft, breng dan eens een bezoekje aan  https://app.nimia.com/video/6528/i-love-antwerp-antwarpe-39kzien-a-zoe-geire-tjoez-, geniet van de video en maak je dan snel klaar om ook van het echte Antwerpen te komen genieten.

Wat krijg je zoal te zien? Centraal Station, Groenplaats, Kathedraal, de skyline van op Linkeroever, de passage door de voetgangerstunnel, … Alle foto’s zijn genomen in de zomer van 2012. En nog wat leuks: terwijl je kijkt kan je kennismaken met het lokale dialect zoals het gezongen wordt door de Strangers. Het lied dat je hoort is stilaan uitgegroeid tot het (onofficiële) Antwerpse volkslied.

Hof van Liere: voorbeeld van weelde

Tussen 1515 en 1520 liet Arnold van Liere, burgemeester van de stad, een patriciërswoning bouwen op nieuw ontwikkelde gronden ten oosten van de stad. Er wordt gezegd dat een van de vele gasten van van Liere niemand minder dan de jonge prins Karel was, die later Keizer Karel V zou worden. Vandaar dat velen nog spreken van het Prinsenhof en vandaar de naam van de straat waaran het complex grenst. Een andere bezoeker was de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer. In zijn dagboek schrijft hij dat hij nergens anders een huis zag dat zo mooi was en zo rijk. Een van de architecten van het complex was dan ook niemand minder dan Domien De Waghemaekere, een van de top architecten van de periode.

Verschillende functies voor Hof van Liere

Hof Van Liere – First Inner Court

Na de dood van van Liere kocht de stad het gebouw voor de Engelse Natie. Via een gang was het complex verbonden met de wolstapelplaatsen in de Venusstraat. Na de Spaanse Fury van 1576 begonnen de Engelse handelaars weg te trekken en in 1583 kwam het Engels Huis leeg te staan.

In 1601 wilden Albrecht en Isabella wanted to install the house as their residence. This was refused by the magistrate. They preferred to hand over the complex to the jesuits. They wanted to use it to house their college that had grown too big at Conscienceplein.

In 1713 the jesuit order was abolished. In the Austrian period the buildings were used as a military academy. The French used it to house a military hospital in it. Afterwards the building started to be neglected and got the nature of a ruin.

Re-enter the jesuits

Library in City Campus UA
Source: Vlaamse Erfgoedbibliotheek

In the first half of the 20th century the jesuits took possession of the neglected buildings. They started a series of restaurations and renovations to make the building fit for their Higher Commercial School “Sint-Ignatius”. In the ’60s this highschool was transformed in a university. UFSIA (Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius), which later fused with the other Antwerp university center (RUCA, run by the government) to eventually form the University of Antwerp.

Nowadays Hof van Liere houses the City Campus of UA. In recent years a completely new library has successfully been incorporated the historical buildings.

The website of UA: https://www.uantwerpen.be/en/

Centraal Station: 19de eeuwse pracht

Een klein stationnetje als de start…

Vroeger kwamen bezoekers Antwerpen binnen langs de rivier, maar in de tweede helft van de 19de eeuw veranderde dat plots. Een nieuwe transportmiddel ontwikkelde zich bliksemsnel: de spoorweg. België was het allereerste land op het vasteland om een spoorwegnetwerk uit te bouwen. De eerste verbinding werd geopend in 1835. Zij vervoerde passagiers en goederen van Brussel naar Mechelen. Een jaar later al was het spoor verlengd tot in Antwerpen en werd het eerste station gebouwd.

Een klein, houten gebouw dat stond min of meer op de plaats waar de Carnotstraat en het Astridplein bij elkaar komen, vormde het eerste station. Dat stond aanvankelijk in een desolate buurt, volledig buiten de stad die nog altijd binnen de Spaanse Vesten gewrongen zat. Dat verklaart ook waarom de Zoo in dezelfde buurt gekomen is: de grond was er nog goedkoop.

An old postcard showing Central Station
Een oude postkaart met het Centraal Station (Bron: architectura.be)

Van in het midden van de 19de eeuw begon de havenactiviteit weer te floreren en trok de stad duizenden arbeiders aan uit het platteland. Natuurlijk moesten die arbeiders ook gehuisvest worden en binnen de muren was er geen ruimte meer beschikbaar.

Dat gebeurde o.m. ook in de omgeving van de spoorweg. Dat maakte dat, toen men op het einde van de eeuw het spoor naar het noorden wilde doortrekken, dit onmogelijk bleek.

van een spoorwegkathedraal

Inner view of Central Station
Binnenzicht van het Centraal Station (Bron: expedia.be)

Toch kwam er een nieuw station op initiatief van koning Leopold II, die wel wat had met grote projecten. Hij is o.m. de man die het middeleeuwse Brugge liet ‘restaureren’ eind 19de eeuw. Het nieuwe station moest prestigieus worden en bezoekers uit de hele wereld van de eerste blik overweldigen.

Architect de la Canserie creëerde een gebouw dat zich baseert op antieke voorbeelden, zoals het Pantheon, voegde er stijlelementen uit renaissance, barok en classicisme aan toe gebruik makend van nieuwe materialen en technieken en maakte er meteen een toonzaal van van alle verschillende stenen die in België gedolven werden.

In recente polls is het Antwerpse Centraal Station vaak terecht gekomen bij de top als het erom ging het mooiste station ter wereld te benoemen. Spring er dus zeker eens binnen nu het in zijn oude glans en glorie hersteld is.

Conscienceplein: het begin van een nieuwe tijd (2)

De bibliotheek

Donderdag beëindigde ik mijn bericht met de gebouwen aan de westkant van het Conscienceplein: de sodaliteiten. Toen de paus de jezuïetenorde afschafte in 1773 werden al hun gebouwen aan het plein, en alles wat er in zat, publiek verkocht. De gebouwen van de sodaliteit kregen verschillende functies. Zo werden ze atelier, winkel, opslagruimte, dancing, café (er staat nog een aankondiging van een brouwer op de gevel aan de zijkant). In 1879 kocht de Stad de gebouwen aan om er de Stadsbibliotheek in onder te brengen.

map Conscienceplein
Map Conscienceplein (source Googlemaps)

Feitelijk waren het er twee: een bibliotheek van oude, waardevolle boeken en manuscripten, en een bibliotheek waar gewone boeken in ondergebracht waren die uitgeleend konden worden. Dat verklaart waarom op het einde van de 19de eeuw een beeld van Hendrik Conscience geplaatst is in de nis van de sodaliteit. Op dat moment was Hendrik Conscience de belangrijkste figuur in de Vlaamse literatuur. Zijn populariteit in Vlaanderen kan je vergelijken met de populariteit van Victor Hugo in Frankrijk.

Van 1622 totdat de Franse revolutionairen het vernietigden stond in dezelfde nis een beeltenis van de Heilige Maagd.

De inkom van de bibliotheek bevindt zich nu aan de Korte Nieuwstraat. Geleide wandelingen vinden geregeld plaats en de 19de eeuwse ‘Nottebohmzaal’ is een bezoekje overwaard. Deze bezoeken beginnen aan de groene deur in de zuid-west hoek van het plein. [http://www.consciencebibliotheek.be/nl]

De kerk

Tegenover de sodaliteiten bevindt zich de vroegere jezuïetenkerk, toegewijd aan Carolus Borromeüs. Algemeen wordt gesteld dat Rubens een belangrijk aandeel heeft gehad in de decoratie op de voorgevel en dat hij ook meegewerkt heeft aan de klokkentoren, die zich aan de achterkant aan de Sint-Kathelijnevest bevindt.

De kerk is duidelijk in de typische jezuïetenstijl gebouwd en bevat heel wat verwijzingen naar de Il Gesù kerk in Rome. De kerk in detail beschrijven zou ons hier te ver leiden. Daar kom ik later wel eens op terug.

Het plein

Young people at the iceblock blockades.
Jongeren bij de ijsblokblokkade. (Bron: Mhka).

In de jaren 60 was dit plein de plaats waar een artistieke rel onstond, die snel door heel wat jongeren in de stad gevolgd werd, om Koning Auto een halte toe te roepen. Met enorme ijsblokken werd de toegang tot het plein onmogelijk gemaakt voor auto’s. Muzikanten, kunstenaars, dansers en gewone voetgangers namen het plein in. De opstand was een succes en niet alleen het plein, maar ook de belendende straten vormde de eerste autovrije zone in Antwerpen. Voor begrafenissen en trouwpartijen kunnen auto’s natuurlijk nog altijd het plein oprijden.

Kort video fragment

Conscienceplein: begin van een nieuwe tijd (1)

The Conscienceplein, situated in front of the Carolus-Borromeüs church, is an interesting place to visit in more than one way. It is an early example of urbanism, has some very interesting examples of baroque architecture and in the latter part of the previous century it became the very first pedestrians only zone in town.

Early Urbanism

A simulation of Antwerp around 1200
A simulation of Antwerp around 1200 seen from the west

Around 1200 the city was surrounded by a series of canals that started in the south with Suikerrui which ran into Kaasrui, then continued to Wijngaardbrug all the way to Koepoortbrug and eventually ended in Koolkaai which ran into the river.

By the 17th century the city had grown and now was defended by a huge wall that ran in a semicircle around town. The present day ‘boulevard’ (Italiëlei, Frankrijklei, Britselei, Amerikalei) is built on the remains of this defensive wall. That meant that the town no longer needed the old ruien-system for defensive reasons. People had been using them as sewers, so they must have stunk very badly when the weather was hot. Therefore the authorities encouraged owners to cover the canal bordering their property. Sometimes the land was given for free.

In come the Jesuits

When you come from City Hall or the cathedral, you enter Conscienceplein from the west. Take a look at the smaller houses on your left (north side). At one time the whole square was full of houses like these. When the jesuits returned to Antwerp in the early 17th century, about half of the population had fled the town and the Spanish authorities. Most of them had gone to Amsterdam, Haarlem and other Dutch cities and taken their trade with them.

A view of the jesuits' lodgings and the sodalities on Conscienceplein
A view of the jesuits’ lodgings (left) and the sodalities (right)

Anyway, many older houses stood empty and the jesuits decided to create their stronghold on Conscienceplein. Unlike other religious orders jesuits do not live in cloisters or abbeys. They lived together in a house like the one you see on the south side of the square. In this part of the buildings the jesuits also opened a college where they trained young men in the classic languages.

Underneath these buildings on the south side of Conscienceplein, the old ‘rui’ still flew, turning to the north to pass underneath the church and flow into what is now the Minderbroedersrui.

The building on the west side housed two ‘sodalities’. These were congregations of lay men (the single ones on the second floor, the married ones on the first floor) devoted to the service of the Holy Mother.

Rubens was a member of the sodality on the first floor, Van Dyck took part on the second floor. Both made nice paintings and decorations for their sodality, but unfortunately the Austrians took them at the moment the jesuit order was abolished in 1773. We must now travel to Vienna to get a glimpse of these works.

To be continued

Rustig, weg van de drukte: het Begijnhof

Entrance to the beguinage in the Rodestraat
Ingan van het begijnhof in de Rodestraat

Een begijn is een vrouw die, samen met gelijkgezinde vrouwen zich een beetje heeft afgesloten van de wereld, in een begijnhof. Net als een non heeft ze een gelofte van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid afgelegd. In tegenstelling tot een non, geldt het maar een tijdelijke gelofte. Ze kan altijd op haar gelofte terugkomen en het begijnhof verlaten.

Geschiedenis

De eerste begijnen kwamen er in de periode van de Kruistochten. Door de vele oorlogen in Europa en door de Kruisvaarten was er een overschot aan vrouwen. Voor velen werd het onmogelijk een geschikte huwelijkspartij te vinden. Vaak konden ze ook de grote bruidschat niet opbrengen die nodig was om in een klooster in te treden. Dus besloten ze maar samen te gaan leven en door het uitvoeren van allerlei taken in hun levensonderhoud te voorzien.

Die taken waren: wassen, verplegen, les geven, kantwerk enz. Aanvankelijk bekeken de authoriteiten hen een beetje argwanend, bang dat een nieuwe ketterij zou ontstaan. Stilaan groeide het vertrouwen, vooral toen de begijnen een monnik, meestal een franciscaan of een dominicaan toegevoegd kregen als zieleherder en geestelijk leider.

A view of a street inside the beguinage
Een blik op een straat in het begijnhof

In de 20ste eeuw daalde het aantal begijnen drastisch. Vandaag zijn er geen begijntjes meer over. Tenminste niet in onze streken. In een aantal Duitse steden zoals Hamburg, zijn opnieuw begijnhoven ontstaan, al moet gezegd dat er belangrijke verschillen zijn. Het religieuze aspect is veel minder belangrijk geworden, als het al aanwezig is, en de begijnen leven ook niet meer in een hiërarchisch geordend geheel.

De verspreiding

Vrijwel elke stad in de Nederlanden had een begijnhof. Sommige steden hadden er meer dan een. In de hoogtijdagen bestond een begijnhof vaak uit 150 of meer vrouwen. Dat was moeilijk te beheren, en als er nieuwe begijntjes bijkwamen besloot men al snel een nieuw begijnhof op te richten.

In 1998 kwamen 13 Vlaamse begijnhoven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het Antwerpse begijnhof kwam niet op de lijst terecht omdat het zicht vanuit het begijnhof bezoedeld wordt door de achtermuren van de appartementsblokken die in de jaren ’60 gebouwd werden langs de Italiëlei.

Toch moet het gezegd: het begijnhof met zijn binnentuin is een oase van rust in de drukke omgeving van de Studentenwijk. De Stadscampus en de Ossenmarkt met zijn talrijk cafeetjes liggen om de hoek. Als je het begijnhof bezoekt, respecteer dan de stilte.

Meer informatie over de Vlaamse begijnhoven kan je hier vinden.

Het Rubensstandbeeld

Een van de meest populaire ontmoetingsplaatsen in Antwerpen is het Rubensstandbeeld op de Groenplaats. Vroeger was die het Groen Kerkhof, omdat hier de arme mensen begraven werden die zich geen stenen zerk konden verloorloven, maar wees gerust: de lichamen zijn al lang weggehaald en nu zal je alleen maar auto’s onder je voeten vinden.

Source: standbeelden.be

Het beeld is een werk van de Antwerpse beeldhouwer Willem Geefs en was bedoeld om de 200ste verjaardag van het overlijden van Rubens te vieren in 1840. Geefs kreeg het beeld niet tijdig klaar en besloot een plaasteren kopie te gieten en die in bronskleur te schilderen. Bij het transport naar het Steenplein, waar het beeld oorspronkelijk bedoeld was viel het beeld van de wagen in gruizelementen. Uiteindelijk was het drie jaar later, in 1843, dat het beeld geplaatst werd op de Groenplaats. Opnieuw verliep een en ander niet vlekkeloos: het had hard geregend en de grond was doorweekt en een wiel van de kar slipte weg in wat waarschijnlijk ooit een graf was geweest. Rubens lag opnieuw tegen de vlakte, alleen was hij nu van brons gemaakt en hij overleefde de val.

Greefs portretteerde Rubens in zijn drie dimensies: als een gentleman, als een diplomaat en als schilder, en blijkbaar wilde hij meer de nadruk leggen op de eerstgenoemde aspecten dan op het artistieke: zijn palet ligt achter zijn voeten, naast een tas met een stapel documenten. Veel opvallender is de rijke kleding. Dit is duidelijk niet zomaar iemand, die is een belangrijk persoon. De zelfzekere houding, met de linkerhand heel ontspannen op zijn degen, en de rechterhand uitnodigend uitgestrekt, alsof hij ons uitnodigt in de stad en ook wel om een kijkje te nemen in de kathedraal achter hem, waar een paar van zijn meesterwerken bekeken kunnen worden.

Rubens kijkt niet naar die werken, en hij kijkt ook niet naar zijn huis en zijn atelier, in de plaats daarvan kijkt hij pal zuid. Misschien kijkt hij naar Italië, waar hij zich in de schilderkunst perfectioneerde, zoals prof. J. Claes suggereert in zijn boek “Van Mensen en Steden”.

Een winkel met een verleden

Achter deze gevel in de Kipdorpvest schuilt nu een filiaal van America Today, een keten van jeanswinkels, en zelfs al ben je niet toe aan een nieuwe jeansbroek, probeer er toch eens binnen te springen.

Hier bevond zich een theater dat tussen de jaren 40 en begin jaren 70 enorm populair was, maar met de komst van de televisie heeft men uiteindelijk de deuren moeten sluiten.

Het theater stond bekend als de AB, een afkorting van Ancienne Belgique en het werd beheerd door hetzelfde management als de AB in Brussel en in Gent. Wist je trouwens dat Bruno Coquatrix, de baas van de beroemde Parijse tempel Olympia, gedurende enkele jaren als assistent werkte voor de Brusselse AB?

AB was variététheater. Elke avond ging er een show door met orkest, ballet, clowns of komedianten à la Gaston en Leo of the Woodpeckers (gebroeders Cassiers), acrobaten traden op, of er was een nummer met honden, locale vedetten (Will Ferdy, Bobejaan Schoepen, …), maar de top of the bill dat waren gewoonlijk internationale vedetten uit Frankrijk (Gilbert Bécaud), Duitsland (Freddy Quinn), Engeland of de USA. Zelfs Louis Armstrong heeft hier op de planken gestaan. De toegang tot het spektakel werd bewust democratisch gehouden: men ging er, terecht, van uit dat de bezoekers genoeg zouden spenderen aan eten en drinken dat gedurende de hele avond werd opgediend.

Het gebouw dateert van 1902 en is gebouwd als kantoorruimte voor een dagblad met de naam “La Métropole”. Het is een mooi voorbeeld van neo-vlaamse renaissance, een van de vele stijlen die in de mode waren bij de overgang van de 19de naar de 20ste eeuw. De stijl probeert de gebouwen van de 16de eeuw na te bootsen, gebruik makend van moderne technieken. Het resultaat is veelal veel soberder dan bij andere stijlen die in dezelfde periode populair waren, zoals de eclectische stijlen en de neobarok.

De architect die het gebouw voor de krant tekende, is ook verantwoordelijk voor het gebouw op de hoek van de Leysstraat en de Teniersplaats dat praktisch aan de AB grenst. Een gebouw in volle eclectische stijl. Een mooier voorbeeld van het contrast tussen beide is moeilijk te vinden. Toen de kantoren werden omgebouwd naar een theater is dat gebeurd met veel respect voor de originele gevel. Gelukkig is er, toen het theater werd omgebouwd tot een winkle, ook respect getoond voor het interieur. Dus spring er zeker eens binnen als je passeert op deze plek, die bij vele (oudere) Antwerpenaars nog altijd heel wat nostaligische herinneringen oproept.

Bijna 200 Lieve Vrouwen

Heb je ze al opgemerkt terwijl je door de straten liep? Of waren je ogen voortdurend gefixeerd op de etalages van de winkels die je passeerde? Nochtans, als je even opkijkt aan een willekeurige hoek in de historische binnestad, is de kans groot dat je een Madonnabeeldje ziet. En neen, ik het het niet over de Amerikaanse vedette die haar dochter Lourdes noemde, maar over de Madonna die moeder werd van Jezus Christus.

Over de binnenstad verspreid hebben er een 170 de woede van de Sanskulotten en de bouwwoede van de jaren ’70 overleefd, vroeger hebben er veel meer de stad versierd. Hoe komt het dat er zoveel beeldjes staan, vraag je je mischien af, wel dat heeft verschillende oorzaken.

De eerste, en waarschijnlijk de belangrijkste is dat Onze Lieve Vrouw de beschermheilige is van de stad: de hoofdkerk is naar haar genoemd en aan haar gewijd en haar beeltenis kan je zien op de ereplaats in de gevel van het Stadhuis.

De tweede oorzaak houdt verband met de periode waarin deze beeldjes ontstonden. De beeldjes gaan terug tot de 17de en 18de eeuw. Sommige zijn nog origineel, andere zijn met moderne methoden gerestaureerd of nagemaakt en sommige zijn in de 19de eeuw gemaakt naar oude voorbeelden.

Antwerpen kende in de 16de eeuw een eerste Gouden Eeuw: het was de belangrijkste stad in het noorden van Europa en handelaars van over de hele wereld hadden zich in de stad gevestigd. Handelaars zijn over het algemeen tolerante mensen: voor hen maakt het niet uit of je blank bent of zwart of welk geloof je belijdt, ze willen alleen weten of je betrouwbaar bent om zaken mee te doen. Op die manier kwam Antwerpen in de 16de eeuw snel onder invloed van het luthenarisme, het calvinisme, het anabaptisme en andere reformatorische strekkingen. Filips II, de aarstkatholieke koning van Spanje, die over de Nederlanden heerste, probeerde dit allemaal op een barbaarse, bloedige manier te onderdrukken.

In 1585 viel de stad in de handen van het Spaanse leger, geleid door Alexander Farnese, wat aanleiding gaf tot de scheiding binnen de Nederlanden: het zuiden bleef Spaans bezit en katholiek, het noorden werd een republiek onder de naam de Verenigde Provinciën. Veel handelaars verlieten daarop de stad en vluchtten naar Hollandse steden zoals Amsterdam en Haarlem, die de leidende rol van Antwerpen in de Europese handel overnamen.

In de 17de eeuw werd Antwerpen dus opnieuw een katholieke stad en een belangrijk centrum van de contra-reformatie. De aanwezigheid van de jezuïten speelde daarbij een belangrijke rol en het waren zij die het standbeeld van Brabo, een heidense figuur uit een sage die de oorsprong van Antwerpen probeert te verklaren, lieten vervangen door een Madonnabeeld in de gevel van het Stadhuis. Onze Lieve Vrouw was een spilfiguur in de contra-reformatie, en vandaar dat haar beeltenis verscheen op menige straathoek.

Dikwijl staat er bij het beeld een lantaarn, en dat leidt ons naar de derde reden waarom de madonnabeelden de straathoeken sieren. De straten in de 17de en 18de eeuw hadden geen verlichting, en de lantaarns bij het beeld zorgden op die manier voor een beetje licht en een zekere vorm van veiligheid voor wie zich ’s avonds op straat moest begeven.

Onze historische kerken

Hoewel een aantal historische kerken ondertussen helemaal verdwenen zijn, o.m. de burchtkerk, toegewijd aan St-Walburgis en de kerk van het imposante St-Michielsklooster dat zich ter hoogte van de huidige Kloosterstraat bevond), beschikt Antwerpen nog altijd over niet minder dan 5 kerken met een uitzonderlijk rijk verleden.

De belangrijkste is natuurlijk de kathedraal, de Onze-Lieve-Vrouwekerk, gesitueerd tussen de Grote Markt en de Groenplaats. Wist je trouwens dat de Groenplaats heel lang een kerkhof geweest is dat toebehoorde aan de kerk? Dit gotische meesterwerk is vooral bekend omwille van de 4 Rubensschilderijen die zich in de kerk bevinden. En terwijl de restauratiewerken aan het Museum voor Schone Kunsten aan de gang zijn, hangen in de kathedraal ook nog andere werken uit de collectie van het museum die oorspronkelijk in de kerk hun plaats vonden. Op die manier is een bezoek aan de kathedraal tegelijkertijd een museumbezoek geworden.

De jongste van de historische kerken is de jezuïetenkerk gewijd aan de heilige Carolus Borromeus. De façade is een prachtvoorbeeld van barok, maar als je barok helemaal wil voelen moet je in de kerk gaan en vooral eens een blik werpen in de Houtappelkapel (rechts als je naar het hoofdaltaar toestaat). Ook deze kerk is gelinkt aan de figuur van Rubens. Het is meer dan waarschijnlijk dat Rubens meegewerkt heeft aan het ontwerp van zowel de voorgevel als de toren. Oorspronkelijk waren de plafonds van de zijbeuken versierd met beschilderingen van de hand van Rubens, maar door een brand in 1718 zijn die kunstwerken allemaal verdwenen. Rubens schilderde ook twee doeken voor het hoofdaltaar, maar als je die wil zien moet je nu naar Wenen reizen. Maria-Theresia heeft ze indertijd ‘aangekocht’.
Wat deze kerk echt uniek maakt is het feit dat het schilderij boven het hoofdaltaar veranderd kan worden. Het originele takelmechanisme dat hiervoor zorgt is nog altijd intact en vier maal per jaar wordt het nog gebruikt. Deze schilderijenwissel is een echte trekpleister geworden.

Een andere kerk die met Rubens verbonden is is de St-Jacobskerk aan de gelijknamige markt. De inkom bevindt zich aan de zuidzijde bij de Lange Nieuwstraat. Rubens ligt in deze kerk begraven onder een schilderij dat hij zelf daartoe heeft gekozen. In de kerk vind je ook een indrukwekkend barokaltaar en een orgel waarop de jonge Mozart een concert speelde toen hij, samen met zijn zusje en zijn vader, de stad bezocht.

Aan de Veemarkt vind je de toegang tot de St-Pauluskerk, eertijds de kerk van de dominicanen, wat je duidelijk kan aflezen in het beeldhouwwerk boven de toegangspoort. In de kerk vind je schilderijen van alle grote meesters uit de Antwerpse barok (Rubens, Van Dijck, Jordaens, …) maar minstens even fascinerend is de kalvarieberg die opgesteld staat in een binnentuintje dat tot de kerk behoort.

En dan ten slotte St-Andries, in de ‘parochie van miserie’, met inkom langs de Waaistraat. Hier vind je wat ongetwijfeld beschouwd kan worden als de mooiste preekstoel ter wereld.

To make your visit to this website as smooth as possible we use cookies. The cookies are used for statistical reasons and do not store any personal data. If you do not wish to use cookies. You can indicate this by clicking on the No button.