Categorie: Outdoors

Middelheimpark

De meeste toeristen bezoeken enkel het historische stadscentrum. Ik wil natuurlijk niet zeggen dat dat historische centrum niet de moeite is, verre van, maar op die manier missen ze wel een boel interessante plaatsen, zoals bijvoorbeeld het Middelheimpark, ten zuiden van de stad. In de onmiddellijke omgeving van het park is er veel parkeergelegenheid en lijnen 21 en 32 stoppen vlakbij aan het Middelheimziekenhuis.

In de zestiende eeuw begonnen rijke Antwerpse handelslieden zomerresidenties te bouwen in de omgeving rond de overdrukken stad. De velden en weiden veranderden snel in tuinen en parken. Toen de stadsontwikkeling in de 19de eeuw opnieuw explodeerde, slaagde het stadsbestuur erin in het zuiden van de stad een groot terrein aan te kopen en het te vrijwaren voor de bouwwoede die overal elders in de stad zijn gangen ging. Op die manier creëerden ze een prachtige omgeving waarin de stadsmensen rust en natuur konden en kunnen vinden.

Tony Craigg – Envelope

In 1950 besloot burgemeester Lode Craeybeckx een tentoonstelling van moderne beeldhouwkunst te organiseren. Men koos als locatie voor het evenement het Middelheimpark. Een van de kunstenaars die aan de eerste openlucht tentoonstelling had deelgenomen was Ossip Zadkine, en hij fluisterde de burgemeester in dat het een goed idee zou zijn het project nog eens te organiseren, bijvoorbeeld elke twee jaar, zoals in Venetië, maar dan op de oneven jaren. 20 van die biënnales hebben plaats gevonden, de laatste in 1989. Van dan af stond alles in Antwerpen in het teken van 1993, want in dat jaar was de stad culturele hoofdstad van Europa, en natuurlijk nam ook het openluchtmuseum deel aan het evenement. Sinds dan is men overgeschakeld op thematische tentoonstelling in het park, praktisch elk jaar.

In het kader van Rubens Inspires in 2018 vond de succesrijke tentoonstelling Experience Traps plaats.

In tussentijd was de permanente verzameling beeldhouwwerken uitgegroeid tot meer dan 60 kunstwerken die verspreid staan over zowat 30 ha prachtig park- en tuingebied. De beeldhouwwerken situeren zich alle in de periode tussen Rodin en vandaag.

Het park en het museum kan je gratis bezoeken, elke dag behalve maandag. De openingstijden verschillen nogal naargelang de periode in het jaar. Controleer daarvoor best eerst even de website.

Suikerrui: poort naar de onderwereld

Rond 1200 vormde de Suikerrui de zuidelijke grens van de stad, maar al gauw begon de stad uit te breiden en behield de Suikerrui nog wel haar functie als binnenhaven. Straatnamen die eindigen op rui, vliet, vest of brug wijzen alle op de aanwezigheid van water in vroeger tijden. Jammer genoeg zijn al die waterpartijen uit de stad verwijderd, of beter: aan het oog onttrokken, want ondergronds is het hele grachtensysteem blijven bestaan.

Ruihuis

Bron: cdn.verkeersbureaus.info

Via het Ruihuis kan je die ondergrondse stad vandaag opnieuw ontdekken: samen met een gids wandel je van de buurt van de Grote Markt naar de Keistraat, vlak bij de Schelde en het Schipperskwartier. Je krijgt laarzen en een overall en een rugzak om je schoenen en mantel in op te bergen. Aan het eindpunt geef je de laarzen, overall en rugzak af en je kan verder de stad verkennen.

Zo’n wandeling door de Antwerpse onderwereld geeft je vast een heel nieuwe kijk op de stad.

 

Diva

Het voormalige politiecommissariaat staat momenteel nog in de steigers. Later dit jaar opent daar een heel nieuw belevingsmuseum, volledig gewijd aan zilver en diamant. De collectie bouwt voort op de collecties van het voormalige museum Sterckshof en van het voormalige Diamantmuseum, maar het geheel wordt meer dan zomaar een museum, met demonstraties, interactieve displays e.d.m. Ongetwijfeld wordt Diva een zoveelste reden om de stad te komen bezoeken.

 

Hanzahuis

Bron: retroscoop.com

Het huis op de hoek van de Suikerrui en de Jordaenskaai is gebouwd in opdracht van een Duits bankier Mallinckrot en ontworpen door Joseph Hertogs, die heel wat gebouwen getekend heeft voor leden van de Duitse kolonie. De beelden die de gevel sieren zijn van de hand van Jef Lambeaux, de maker van de Brabofontein op de Grote Markt.

Van Straelentoren: hoe hoger hoe rijker

The Van Straelen Tower
De Van Straelentoren (Source: erf-goed.be)

In buurt van Hof van Liere en St-Jacob vind je een prachtvoorbeeld van een ‘pagadder’ toren. De toren maakte deel uit van de woning van burgemeester Gilbert Van Straelen in de 16de eeuw. Je vindt de toren in de Korte St-Annastraat aan het einde van het Frans Halsplein.

Het woord pagadder komt van het Spaanse pagador of betaalmeester. Antwerpenaars gebruiken het woord nog steeds om er een kleine jongen mee aan te duiden. Misschien is dat omdat de Spaanse betaalmeesters (soldaten wiens taak erin bestond de andere soldaten hun soldij uit te betalen) kleiner en minder fors waren dan hun strijdvaardiger collega’s.

Het verhaal gaat dat deze jongens in de toren moesten zitten en Dmoesten uitkijken voor schepen die de Schelde kwamen opvaren. Zodra zij een bepaald zagen, moesten zij hun baas daarvan verwittigen.

Dat zou het bestaan van de pagaddertorens moeten verklaren. Het moge duidelijk wezen dat dat een fabel is. Van hieruit is het gewoon onmogelijk om ook maar het kleinste stukje Schelde te zien.

Italiaanse invloed

Deze stadstorens ontstonden in de 16de eeuw. Ze zijn gebaseerd op Italiaanse voorbeelden. Het is dan ook geen wonder dat ze juist in die periode ontstonden. Veel kunstenaars uit het Noorden gingen toen naar Italië om er de nieuwe kunst en technieken aan te leren. Toen ze terugkwamen brachten ze niet alleen schetsen mee van antiek beeldhouwwerk en moderne schilderijen, maar ook zichten van de plaatsen die ze bezocht hadden, met daarop o.m. dergelijke torens.

Van Straelen Tower seen from the inside
Zicht vanaf de binnenkant (Source: inventaris.onroerenderfgoed.be)

Al snel begonnen de belangrijke families en de kooplieden torens te bouwen, de ene al hoger dan de andere. De toren van Van Straelen moet een van de grootste en de mooiste geweest zijn, al kunnen we daar nooit zekerheid over verkrijgen: van de meer dan 40 torens die de stad ooit sierden blijven er vandaag amper een handvol over.

En toch waren ze functioneel

Sluwe kooplieden denken niet alleen aan prestige, toch niet de hele tijd. Daar zijn de torens ook een mooi voorbeeld van. Binnenin de torens kon een trap gebouwd worden die de verdiepingen met elkaar verbond. Op die manier werd ruimte uitgespaard in de kamers zelf.

Vandaag wordt het Hotel Van Straelen, ook de Groote Robijn genoemd, gebruikt door Emmaus, een sociale organisatie die jongeren die in een moeilijke thuissituatie leven helpt en ondersteunt.

De Meir: van een moeras naar een winkelparadijs

Meir Shopping Street
Source: Alles over Antwerpen

Vandaag is de Meir het shopping hart van Antwerpen. Millioenen bezoekers passeren hier elk jaar. Elke week bezoeken ongeveer 300.000 mensen de Meir, dus wees gerust: je zal je er zelden alleen voelen.

De meeste gebouwen die je ziet dateren van de 20ste eeuw. Twee opmerkelijke uitzonderingen in het midden van de Meir, beide werk van Jan-Pieter van Baurscheidt, de top-architect van de 18de eeuw. Hij bouwde het Osterriethhuis (momenteel in restauratie) en het zgn. Koninklijk Paleis, beide voor de familie van Susteren in het midden van de 18de eeuw.

Verder naar het oosten zijn er nog opvallende gebouwen. Bijv. de voormalige Tilquin winkel (nu een vestiging van Massimo Dutti): een prachtvoorbeeld van art-deco. Dit is een verhaal op zich. En hetzelfde geldt voor de Stadsfeestzaal daar tegenover en de huidige Innovation, vroeger de Grands Magasins Tietz.

Meir = moeras

Hand sculpture
Source: meir-antwerpen.be

De naam Meir is verwant met het woord moeras. Het westelijke deel van de Meir lag lager dan de plaatsen errond, dus liep het water daar naartoe. Tot de 12de eeuw lag de Meir westelijk van de stadsmuren, maar toen de stad in de 13de eeuw begon te groeien werd het water gekanaliseerd en begonnen rijkere mensen zich langs de Meir te vestigen. Onder hen een familie van wandtapijtverkopers: Pijpelinckx. Een kleinzoon van hen wordt de grote barokmeester P.P. Rubens.

Het kanaal werd overwelfd en de stad groeide verder naar het oosten. In de 19de eeuw besloot het stadsbestuur de oude Spaanse Wallen af te breken. Op dat moment besloten ze ook om een nieuwe gala-laan aan te leggen om bezoekers te verwelkomen. HEt eerste deel daarvan is de Leysstraat, het tweede de Meir, die flink verbreed werd. Tot in de late jaren 80 van de vorige eeuw stond de Meir vol verkeer. Na de pre-metrowerken werd de Meir een voetgangerszone. Met succes, getuige de 300.000 bezoekers elke week.

Hof van Liere: voorbeeld van weelde

Tussen 1515 en 1520 liet Arnold van Liere, burgemeester van de stad, een patriciërswoning bouwen op nieuw ontwikkelde gronden ten oosten van de stad. Er wordt gezegd dat een van de vele gasten van van Liere niemand minder dan de jonge prins Karel was, die later Keizer Karel V zou worden. Vandaar dat velen nog spreken van het Prinsenhof en vandaar de naam van de straat waaran het complex grenst. Een andere bezoeker was de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer. In zijn dagboek schrijft hij dat hij nergens anders een huis zag dat zo mooi was en zo rijk. Een van de architecten van het complex was dan ook niemand minder dan Domien De Waghemaekere, een van de top architecten van de periode.

Verschillende functies voor Hof van Liere

Hof Van Liere – First Inner Court

Na de dood van van Liere kocht de stad het gebouw voor de Engelse Natie. Via een gang was het complex verbonden met de wolstapelplaatsen in de Venusstraat. Na de Spaanse Fury van 1576 begonnen de Engelse handelaars weg te trekken en in 1583 kwam het Engels Huis leeg te staan.

In 1601 wilden Albrecht en Isabella wanted to install the house as their residence. This was refused by the magistrate. They preferred to hand over the complex to the jesuits. They wanted to use it to house their college that had grown too big at Conscienceplein.

In 1713 the jesuit order was abolished. In the Austrian period the buildings were used as a military academy. The French used it to house a military hospital in it. Afterwards the building started to be neglected and got the nature of a ruin.

Re-enter the jesuits

Library in City Campus UA
Source: Vlaamse Erfgoedbibliotheek

In the first half of the 20th century the jesuits took possession of the neglected buildings. They started a series of restaurations and renovations to make the building fit for their Higher Commercial School “Sint-Ignatius”. In the ’60s this highschool was transformed in a university. UFSIA (Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius), which later fused with the other Antwerp university center (RUCA, run by the government) to eventually form the University of Antwerp.

Nowadays Hof van Liere houses the City Campus of UA. In recent years a completely new library has successfully been incorporated the historical buildings.

The website of UA: https://www.uantwerpen.be/en/

Conscienceplein: het begin van een nieuwe tijd (2)

De bibliotheek

Donderdag beëindigde ik mijn bericht met de gebouwen aan de westkant van het Conscienceplein: de sodaliteiten. Toen de paus de jezuïetenorde afschafte in 1773 werden al hun gebouwen aan het plein, en alles wat er in zat, publiek verkocht. De gebouwen van de sodaliteit kregen verschillende functies. Zo werden ze atelier, winkel, opslagruimte, dancing, café (er staat nog een aankondiging van een brouwer op de gevel aan de zijkant). In 1879 kocht de Stad de gebouwen aan om er de Stadsbibliotheek in onder te brengen.

map Conscienceplein
Map Conscienceplein (source Googlemaps)

Feitelijk waren het er twee: een bibliotheek van oude, waardevolle boeken en manuscripten, en een bibliotheek waar gewone boeken in ondergebracht waren die uitgeleend konden worden. Dat verklaart waarom op het einde van de 19de eeuw een beeld van Hendrik Conscience geplaatst is in de nis van de sodaliteit. Op dat moment was Hendrik Conscience de belangrijkste figuur in de Vlaamse literatuur. Zijn populariteit in Vlaanderen kan je vergelijken met de populariteit van Victor Hugo in Frankrijk.

Van 1622 totdat de Franse revolutionairen het vernietigden stond in dezelfde nis een beeltenis van de Heilige Maagd.

De inkom van de bibliotheek bevindt zich nu aan de Korte Nieuwstraat. Geleide wandelingen vinden geregeld plaats en de 19de eeuwse ‘Nottebohmzaal’ is een bezoekje overwaard. Deze bezoeken beginnen aan de groene deur in de zuid-west hoek van het plein. [http://www.consciencebibliotheek.be/nl]

De kerk

Tegenover de sodaliteiten bevindt zich de vroegere jezuïetenkerk, toegewijd aan Carolus Borromeüs. Algemeen wordt gesteld dat Rubens een belangrijk aandeel heeft gehad in de decoratie op de voorgevel en dat hij ook meegewerkt heeft aan de klokkentoren, die zich aan de achterkant aan de Sint-Kathelijnevest bevindt.

De kerk is duidelijk in de typische jezuïetenstijl gebouwd en bevat heel wat verwijzingen naar de Il Gesù kerk in Rome. De kerk in detail beschrijven zou ons hier te ver leiden. Daar kom ik later wel eens op terug.

Het plein

Young people at the iceblock blockades.
Jongeren bij de ijsblokblokkade. (Bron: Mhka).

In de jaren 60 was dit plein de plaats waar een artistieke rel onstond, die snel door heel wat jongeren in de stad gevolgd werd, om Koning Auto een halte toe te roepen. Met enorme ijsblokken werd de toegang tot het plein onmogelijk gemaakt voor auto’s. Muzikanten, kunstenaars, dansers en gewone voetgangers namen het plein in. De opstand was een succes en niet alleen het plein, maar ook de belendende straten vormde de eerste autovrije zone in Antwerpen. Voor begrafenissen en trouwpartijen kunnen auto’s natuurlijk nog altijd het plein oprijden.

Kort video fragment

Conscienceplein: begin van een nieuwe tijd (1)

The Conscienceplein, situated in front of the Carolus-Borromeüs church, is an interesting place to visit in more than one way. It is an early example of urbanism, has some very interesting examples of baroque architecture and in the latter part of the previous century it became the very first pedestrians only zone in town.

Early Urbanism

A simulation of Antwerp around 1200
A simulation of Antwerp around 1200 seen from the west

Around 1200 the city was surrounded by a series of canals that started in the south with Suikerrui which ran into Kaasrui, then continued to Wijngaardbrug all the way to Koepoortbrug and eventually ended in Koolkaai which ran into the river.

By the 17th century the city had grown and now was defended by a huge wall that ran in a semicircle around town. The present day ‘boulevard’ (Italiëlei, Frankrijklei, Britselei, Amerikalei) is built on the remains of this defensive wall. That meant that the town no longer needed the old ruien-system for defensive reasons. People had been using them as sewers, so they must have stunk very badly when the weather was hot. Therefore the authorities encouraged owners to cover the canal bordering their property. Sometimes the land was given for free.

In come the Jesuits

When you come from City Hall or the cathedral, you enter Conscienceplein from the west. Take a look at the smaller houses on your left (north side). At one time the whole square was full of houses like these. When the jesuits returned to Antwerp in the early 17th century, about half of the population had fled the town and the Spanish authorities. Most of them had gone to Amsterdam, Haarlem and other Dutch cities and taken their trade with them.

A view of the jesuits' lodgings and the sodalities on Conscienceplein
A view of the jesuits’ lodgings (left) and the sodalities (right)

Anyway, many older houses stood empty and the jesuits decided to create their stronghold on Conscienceplein. Unlike other religious orders jesuits do not live in cloisters or abbeys. They lived together in a house like the one you see on the south side of the square. In this part of the buildings the jesuits also opened a college where they trained young men in the classic languages.

Underneath these buildings on the south side of Conscienceplein, the old ‘rui’ still flew, turning to the north to pass underneath the church and flow into what is now the Minderbroedersrui.

The building on the west side housed two ‘sodalities’. These were congregations of lay men (the single ones on the second floor, the married ones on the first floor) devoted to the service of the Holy Mother.

Rubens was a member of the sodality on the first floor, Van Dyck took part on the second floor. Both made nice paintings and decorations for their sodality, but unfortunately the Austrians took them at the moment the jesuit order was abolished in 1773. We must now travel to Vienna to get a glimpse of these works.

To be continued

Rustig, weg van de drukte: het Begijnhof

Entrance to the beguinage in the Rodestraat
Ingan van het begijnhof in de Rodestraat

Een begijn is een vrouw die, samen met gelijkgezinde vrouwen zich een beetje heeft afgesloten van de wereld, in een begijnhof. Net als een non heeft ze een gelofte van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid afgelegd. In tegenstelling tot een non, geldt het maar een tijdelijke gelofte. Ze kan altijd op haar gelofte terugkomen en het begijnhof verlaten.

Geschiedenis

De eerste begijnen kwamen er in de periode van de Kruistochten. Door de vele oorlogen in Europa en door de Kruisvaarten was er een overschot aan vrouwen. Voor velen werd het onmogelijk een geschikte huwelijkspartij te vinden. Vaak konden ze ook de grote bruidschat niet opbrengen die nodig was om in een klooster in te treden. Dus besloten ze maar samen te gaan leven en door het uitvoeren van allerlei taken in hun levensonderhoud te voorzien.

Die taken waren: wassen, verplegen, les geven, kantwerk enz. Aanvankelijk bekeken de authoriteiten hen een beetje argwanend, bang dat een nieuwe ketterij zou ontstaan. Stilaan groeide het vertrouwen, vooral toen de begijnen een monnik, meestal een franciscaan of een dominicaan toegevoegd kregen als zieleherder en geestelijk leider.

A view of a street inside the beguinage
Een blik op een straat in het begijnhof

In de 20ste eeuw daalde het aantal begijnen drastisch. Vandaag zijn er geen begijntjes meer over. Tenminste niet in onze streken. In een aantal Duitse steden zoals Hamburg, zijn opnieuw begijnhoven ontstaan, al moet gezegd dat er belangrijke verschillen zijn. Het religieuze aspect is veel minder belangrijk geworden, als het al aanwezig is, en de begijnen leven ook niet meer in een hiërarchisch geordend geheel.

De verspreiding

Vrijwel elke stad in de Nederlanden had een begijnhof. Sommige steden hadden er meer dan een. In de hoogtijdagen bestond een begijnhof vaak uit 150 of meer vrouwen. Dat was moeilijk te beheren, en als er nieuwe begijntjes bijkwamen besloot men al snel een nieuw begijnhof op te richten.

In 1998 kwamen 13 Vlaamse begijnhoven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het Antwerpse begijnhof kwam niet op de lijst terecht omdat het zicht vanuit het begijnhof bezoedeld wordt door de achtermuren van de appartementsblokken die in de jaren ’60 gebouwd werden langs de Italiëlei.

Toch moet het gezegd: het begijnhof met zijn binnentuin is een oase van rust in de drukke omgeving van de Studentenwijk. De Stadscampus en de Ossenmarkt met zijn talrijk cafeetjes liggen om de hoek. Als je het begijnhof bezoekt, respecteer dan de stilte.

Meer informatie over de Vlaamse begijnhoven kan je hier vinden.

Parken in en rond de stad (1)

Source: Joods Actueel

Zoals alle steden in de hele wereld, heeft ook Antwerpen zijn parken met enkele parken in de stad zelf en nog veel meer parken in de aangrenzende districten zoals Merskem, Deurne, Borgerhout, Wilrijk. Tot eind 20ste eeuw waren die districten zelfstandige dorpen, maar toen fuseerden ze om samen Groot Antwerpen vormen en werden ze districten.

De interessantste parken in de stad zelf zijn het Stadspark een driehoek begrensd door Rubenslei, Quinten Matsijslei en Van Eycklei: drie grote schilders uit drie verschillende periodes. Rubens is de reys van de barokkunst, Quinten Matsijs is een renaissanceschilder die wel eens genoemd wordt als de stichter van de Antwerpse School en Jan en zijn broer Hubert Van Eyck zijn Vlaamse schilders uit de gotische periode, wereldwijd bekend omwille van het Lam Gods uit Gent.

Het Stadspark grenst ook aan de diamantwijk en aan het joodse kwartier van Antwerpen. Tot het einde van de 19de eeuw maakte het park deel uit van de vestingsmuur rond de stad, de ‘Spaanse Vesten’. Water voor de stadsgrachten werd aangevoerd via de Herentalse Vaart (nu Plantin-Moretuslei ). Een gedeelte van het water van die Vaart liep in de grachten, een ander gedeete werd de stad ingeleid om de brouwers uit de Kammenstraat van zoet water te voorzien.

Typisch voor het park zijn de vele beeldhouwwerken die er zich bevinden.

source: antwerpen.be

Niet zo ver daarvandaan vinden we de Botanische Tuin, die ooit behoorde aan het Elisabethgasthuis en die we vinden langs de Leopoldstraat. De huidige aanleg met de balustrades, de gaslantaarns en de serres dateert van de 19de eeuw.

Een derde park, misschien wel het mooiste en het populairste, is onze Zoo, die nog elk jaar meer dan een miljoen bezoekers trekt. De Antwerpse Zoo is een van de oudste dierentuinen in de wereld en we vinden er niet alleen een massa fascinerende dieren uit alle hoeken van de wereld, maar ook enkele van de oudste bomen van de stad.

Source: gardenstyle.be

Het hele complex is ondertussen beschermd als monument, bomen incluis. Bij een andere gelegenheid zal ik nog wel eens meer vertellen over deze schitterende diamant in de kroon van stad.

En nog bij een latere gelegenheid wil ik u graag wat meer vertellen over de parken in de diverse districten van de stad.

Dageraadplaats – even uit het centrum uit

Een levendige buurt met veel cafeetjes en restaurants vind je aan de Dageraadplaats, het hart van Zurenborg. Toeristen kennen het nog niet zo goed, maar de lokale bevolking komt hier graag en vaak. In de buurt leven mensen met heel verschillende afkomsten en gewoonten, en die verscheidenheid vertaalt zich ook inde bars en restaurants rond het pleintje.

Het plein kan je makkelijk bereiken, tram 11 stopt aan het plein, maar slechts enkele stappen verwijderd is de Cogels-Osylei, een kwartier dat ontwikkeld werd in de periode van de Art Nouveau en de Jugenstil. Gelukkig zijn zowat alle huizen in deze straat en de zijstraten ernaartoe, gespaard gebleven. Al heeft het weinig gescheeld of de hele buurt was in de jaren ’60 tegen de vlakte gegaan. De buurt biedt een niet te missen aanzicht, maar binnenkort vertel ik er meer over.

To make your visit to this website as smooth as possible we use cookies. The cookies are used for statistical reasons and do not store any personal data. If you do not wish to use cookies. You can indicate this by clicking on the No button.